Als toevoeging op het vorige stukje, kan ik nog even melden dat het nieuwe pakketje (de snijplanken) binnen is: onbeschadigd en wel. Daarnaast beginnen we zelf ook steeds meer de ‘hello’-aanpak toe te passen aan de telefoon. Mijn telefoonnummer is hiervoor volgens mij van iemand geweest met enerzijds veel financiële problemen en anderzijds heel veel vrienden die ze nu niet meer kan informeren over haar nieuwe nummer. Zodoende krijg ik vrij vaak verkeerd verbonden telefoontjes en berichtjes. Als dat een keertje gebeurt, is dat niet zo erg. Jammer genoeg zijn er weken dat het elke dag een keer of twee gebeurt. Afhankelijk van mijn bui en de reactie aan de andere kant als ik opneem met ‘Sjoerd speaking’, heb ik ondertussen twee manieren om het gesprek te vervolgen.
Manier 1 – ‘I just came to say hello’ / papegaai
Als men niet luistert naar wat ik zojuist gezegd heb en verder gaat met “…hello…” of een zin in Bahasa, dan antwoord ik gewoon “…hello…”. Doorgaans duurt dit dan zo’n drie keer hello-en op en neer alvorens de andere kant ophangt. Heel soms gaat het over in manier 2. Het is vooral leuk om te merken dat mensen dan zelf ook een beetje gefrustreerd raken. Niet dat ze daar iets mee doen overigens. Helaas.
Manier 2 – die ken’k nie!
Ondertussen weet ik dat de betreffende persoon een naam draagt die iets weg heeft van Jazlyn. Als ze dan vragen of ze met haar kunnen spreken zeg ik dat dat niet kan. Dit antwoord verwachten ze vaak niet. Als ze vervolgens vragen of ik een boodschap kan achterlaten of vragen wanneer ze er wel is, komt de aap uit de mouw: Jazlyn, who the f*ck is Jazlyn? Die ken’k nie! In principe een vrij effectieve methode, want dat betekent in het vervolg weer iemand minder die me onterecht lastig valt.
Na nog een lekkere maaltijd genuttigd te hebben bij het zwembad, dat ondertussen speciaal voor de NLV gereserveerd was, gingen we op huis aan. We hadden namelijk nog meer op het programma staan. We gingen kennismaken met een aspect van het expat leven waarmee we nog niet hadden kennisgemaakt: afscheid nemen. Er is een tijd van komen en een tijd van gaan. Voor veel expat gezinnen zit daar ongeveer drie jaar tussen. Grofweg ‘verlies’ je gemiddeld dus een derde van je vriendenkring per jaar. Het is mooi om te zien hoe mensen hier verschillend mee omgaan. De een geeft aan dat de relaties met anderen bewust niet zo diep gaan, terwijl een ander aangeeft juist veel eerder opener en oprechter te zijn als hij/zij iemand mag dan voorheen. Feit is wel dat bijna niemand het leuk vindt als er weer iemand gaat. Toch wordt meestal geprobeerd om een en ander luchtig te houden met een afscheidsfeestje.
Voor het feestje gisteravond was gevraagd of iedereen zijn kleding kon afstemmen op het thema: turqoise en wit. Dit keer was het vinden van de juiste kleding voor Anja makkelijker dan voor mij. Anja had namelijk nog een fleurige jurk met veel witte en turqoise tinten. Veel meer dan een witte broek kon ik niet matchen met het thema. Omdat ik toch nog nieuwe shirts nodig had, zijn we eerder deze week ‘s avonds al even gaan shoppen. Bij de winkel die we voor ogen hadden, slaagden we direct. Dat wil zeggen, voor het turqoise shirt. Toen we van de pashokjes terugliepen, viel Anja d’r oog op een speciale collectie polo’s van EK deelnemers. Aangezien het grootste deel van mijn oranje-‘meuk’ in Nederland ligt opgeslagen, was ik nog op zoek naar een passend shirt voor het EK. Jullie zullen begrijpen dat ik hier sinds deze week ben begonnen met mijn KL collectie…
Op zich ook wel weer een nieuwe ervaring: als expat het eindtoernooi gaan beleven. Expat of niet: het begint te kriebelen. Toch is het wel raar, want we hebben hier geen versierde straten, huizen en flats, geen Oranje Journaals, geen Dries Roelvink (is dat erg?) en dan zijn de wedstrijden straks ook nog een keer ’s nachts. Wat we wel hebben: we zijn met de Nederlandse Vereniging aan het kijken of we in een pub gezamenlijk de wedstrijden kunnen gaan volgen. Drie keer raden wie daar bij willen zijn…
Zoals jullie van ons gewend zijn, beschrijven we regelmatig hoe lekker we hier kunnen eten en/of hebben gegeten. Omdat Anja in het vorige stukje hier met geen woord over gerept heeft, zal ik dat hier nog even moeten doen, want we hebben weer lekker kunnen smullen. Eerst was daar de nasi goreng pattaya. Een gerecht dat volgens mij vrij moeilijk is om juist te presenteren. Dit is namelijk een pakketje van gebakken en gekruide rijst (nasi goreng), verpakt in een omelet. Een hele leuke ervaring en nog smaakvol bovendien! Vervolgens heeft een van mijn collega’s ons deze week tijdens de lunch meegenomen naar een versmarkt relatief dicht bij ons kantoor. Rondom de versmarkt was een aantal stalletjes. De meesten van stalletjes hadden geen of bijna geen bezoekers. Er was echter één tentje waar het stampvol was. En ondertussen weten wij waarom. Daar wordt namelijk verse, gemarineerde, vis in een bananenblad gewikkeld en vervolgens op de plaat/bbq gebakken. Mijn collega weet ondertussen dat ik een lekkerbekje ben, dus hij bestelde snel drie verschillende soorten vis: heerlijk, heerlijk en heerlijk! Voor Anja was de locatie iets minder geschikt, want die moest het stellen met de kwalitatief mindere nasi ayam, oftewel ‘kip-met-rijst’ van het aangrenzende stalletje.Toch heeft al het lekkere eten op straat wel een nadeel: een structureel gebrek aan groente. Zodoende proberen we de sporadische keren dat we thuis eten, veel verse groente te verorberen. Het kwam dan ook goed uit dat we bij een supermarkt hier in de buurt echte verse sla kunnen krijgen. Hier hebben ze een heel irrigatiesysteem van pvc buizen aangelegd waarin kroppen sla met wortel en al in gestoken zijn.